zondag 24 mei 2009

Keeper (10) met 1 arm

'Ik zie de tegenstanders weleens denken: dat wordt een makkie, tegen een ploeg wiens keeper maar één arm heeft. Totdat ze voor de eerste keer op doel schieten', zegt Max (10). Want met hem tussen de palen gaat de bal zelden tegen de netten. 'Hij heeft snelle reflexen, een enorme sprongkracht en is absoluut niet bang van de bal', zegt Kevin Van den Berghe, trainer van de preminiemen van Europa 90 Kraainem, een internationale voetbalclub. Een jaar geleden kwam Max Rosengren in zijn voetbalploeg, een jongen die met één arm is geboren.

'Gelet op zijn beperking stelde ik hem in het veld op. Maar een paar trainingen later gaf hij te kennen toch liever in de goal te staan. Hij was op school een paar keer keeper geweest, en dat smaakte naar meer.'

'Ik moet eerlijk zeggen dat ik wel even slikte', zegt de trainer. 'Tot hij de eerste ballen stopte. De jongen bleek een natuurtalent te zijn, een durfal die zich zonder angst voor de bal gooit, die met de snelheid van een panter naar de hoogste hoek van de goal springt. We doen regelmatig aan jeugdtornooien mee. Hij is nu al twee keer tot beste keeper uitgeroepen. De laatste keer was het zelfs niet de bedoeling zo'n prijs uit te reiken. Maar de organisatie was zo onder de indruk van Max dat ze snel die prijs in het leven hebben geroepen.'

Max zelf, die met zijn Zweedse ouders sinds enkele jaren in Brussel woont, blijft kalm onder de lofbetuigingen van zijn trainer. 'Ik besef dat ik me elke match opnieuw moet bewijzen. Je ziet de tegenstanders denken dat het een makkie wordt, tegen een keeper met maar één arm. Maar lang duurt dat meestal niet. Als ik een paar keer een bal uit de kruising pluk, beseffen ze snel dat het geen doelpuntenkermis wordt.' (lacht) De ouders van Max staan voor honderd procent achter hem. 'Dit is zijn droom, en Max moet kunnen dromen, ondanks zijn beperking.' De ouders zijn om nog een andere reden blij dat hun zoon bij zijn voetbalclub in de goal aan de slag kon. 'Nu hoeven wij in onze tuin geen godganse dagen balletjes richting Max te trappen', grappen vader Bo en moeder Carina.

Ook zij hadden snel door dat hun zoon zijn mannetje kon staan tussen de palen. 'Het is alsof hij voelt wat de tegenstander met de bal van plan is', vertelt zijn moeder. 'En hij vliegt graag door de lucht. Hij doet niks liever dan naar de kruising te duiken, hoe hard de bots met de grond achteraf soms ook is.' Max: 'Vandaar dat ik liever heb dat er wat modder op het veld ligt. Dat voelt wat zachter aan, bovendien maak ik me graag goed vuil.'

'Mensen vragen ons weleens wat we hem geven waardoor hij zo hoog kan springen. Ik verzeker u: niks meer dan pap', aldus vader Bo.

Dat de tegenstanders - en dan vooral hun trainers - Max' zwakke plek proberen uit te buiten, is hij al gewoon. 'De trainers zeggen tegen hun spelers dat ze de bal langs mijn rechterkant de goal in moeten schieten, de kant waar ik geen arm heb. Maar ik heb daarop leren in te spelen. Hoe? Door nog sneller te reageren. En mijn ene arm is wel een hele lange.'

Al moet ook Max soms toch ballen doorlaten. Het niveau van zijn ploeg is 'nog' niet denderend, waardoor de tegenstander vaak voor het doel van Max is te vinden. 'Al heeft dat ook een positieve kant. Zo kan Max veel oefenen', zegt zijn trainer. 'Maar misschien is hij soms wel wat te competitief ingesteld', zucht zijn moeder. 'Hij kan helemaal in de put zitten als hij een goal heeft binnengelaten.'

Max' droom is even goed te worden als Inter Milaankeeper Julio Cesar en bij dezelfde club aan de slag te kunnen. 'Ik wil bewijzen dat je ook met een handicap iets kan bereiken', zegt hij. Veel hangt af van het volgende voetbalseizoen. 'Dan spelen we immers op een groot veld, met grote goals', aldus trainer Kevin Van den Berghe. Dat schrikt Max niet af. 'De goal groeit, maar ik ook.'

Bron: Het Nieuwsblad

1 opmerking:

  1. Ja achteraf , maar daar heb je nu niets aan, maar toch fijn dat deze twee mensen zich zo hebben ingezet.

    BeantwoordenVerwijderen