vrijdag 11 mei 2012

Maken van prothese is puur handwerk

Het maken van een prothese is „puur handwerk”, zegt Nico Kamp, orthopedisch technoloog bij revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht.

Kamp loopt naar een kast en legt een kunstarm op tafel. In de binnenkoker zitten twee elektrodes. De drager van de prothese kan door spieren in zijn bovenarm aan te spannen de elektrodes activeren. Daardoor gaat de kunsthand open en dicht. Handig voor iemand die tijdens dagelijkse werkzaamheden telkens een voorwerp moet oppakken.

Van een prothese wordt eerst een gipsafdruk gemaak. Dat is precisiewerk. Volgende stap is de vervaardiging van binnen- en buitenkoker van de prothese.

Cruciaal is dat de prothese goed aansluit op de stomp, benadrukt Kamp. „Vergelijk het met een schoen, die moet ook goed passen. Als de prothese niet goed op de stomp zit, kunnen er pijnlijke drukpunten ontstaan.”

Voor prothesemakers is een „gespierde, harde” stomp het geschiktst, legt Kamp uit. „Hoe meer uitstekende botstructuren, hoe groter de kans dat een prothese op één punt op de stomp drukt.”

Er mislukt wel eens een prothese, beaamt Kamp, die gespecialiseerd is in armprotheses en andersoortige hulpmiddelen voor de arm. „Meestal ontdekken we al in de beginfase, bij het passen van de proefkoker, dat een prothese niet goed aansluit op de stomp. Dan kunnen we nog wat aanpassen. Als je bijvoorbeeld een stompje hebt van nog geen 2 centimeter, is het maken van een prothese met een goede binnenkoker een heel lastig karwei.”

De orthopedisch technoloog en zijn collega’s zorgen niet alleen voor protheses, maar bieden ook andersoortige hulpmiddelen aan. Zoals een beugel met veersysteem, waardoor iemand zijn arm makkelijker omhoog kan krijgen en houden.

Kamp helpt mensen die nogal eens een traumatische ervaring achter de rug hebben. Een ernstig ongeval, een amputatie vanwege kanker, een arm in de machine. „Het is niet niks wat ze hebben meegemaakt. Ik neem de tijd om hen te helpen een keuze te maken tussen verschillende soorten prothesen. Hoe groter hun probleem, hoe groter de uitdaging voor mij. Wel proberen we mensen realistisch voor te lichten en al te hoge verwachtingen te temperen.”

Kamp houdt van zijn werk. „Ik ben in eerste instantie opgeleid in de metaaltechniek en de werktuigbouw. Dan ben je vooral met machines bezig. Hier heeft mijn technische werk veel meer een menselijke kant. Toen een vrouw pas haar prothese kreeg, werd ze emotioneel. Ze was zo blij met haar hand. Ze had niet verwacht dat die er zo mooi uit zou zien.”

Dit is deel 8 (slot) in een serie over revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht.



>>rd.nl/revalidatie voor eerdere afleveringen en extra foto’s.

Bron + afbeelding: Reformatorisch Dagblad

Geen opmerkingen:

Een reactie posten